Overeen 2017-39

6 • september 2017 Uit de vloed van boeken die het laatste jaar verschenen is komt het beeld naar voren dat Luther en zijn tijdgenoten in een wereld leefden die zich in een crisis bevond. Angst en onzekerheid vierden hoogtij. In deze onzekere tijd formuleerde Lut- her zijn centrale vraag: “Hoe vind ik een genadige God?” Hij ontdekte dat God geen straffende of angst aanjagende God is, maar een barm- hartige God. Deze ontdekking ont- krachtte het plaatsvervangende bidden voor overledenen. Zo raakte Luther in een strijd verwikkeld met de almachtige middeleeuwse kerk. Hij legde een bom onder de financië- le infrastructuur van de kerk, het af- laatsysteem. In de nieuwste studies over Luther en zijn theologie wordt in Luthers vraag “Hoe vind ik een ge- nadige God?” de aanzet gezien tot de ontwikkeling van het individualisme. Het is zeker zo dat Luther bijgedra- gen heeft aan een wijze van spreken en denken dat zich vanaf de 17 e eeuw verder ontwikkeld heeft tot wat wij vandaag ‘individualisme’ noe- men. De oorspronkelijke betekenis van het woord Individuum als on- deelbaar wezen ter aanduiding van de mens, is mettertijd een uitdruk- king geworden voor individuele mensen; voor ‘individuen’ die opko- men voor hun eigen belangen. Dit is niet de manier waarop Luther de mens ziet als staande voor God (co- ram Deo). In de 16 e eeuw is ondenk- baar dat God en mens concurrenten zijn. Luther is zich er sterk van be- wust, dat het antwoord op de vraag “Hoe vind ik een genadige God” ge- heel afhangt van Gods genade. Het enige wat de mens kan doen is die ge- nade aannemen of afwijzen. Hier sta ik Belangrijk in dit opzicht is een ander cruciaal moment in het leven van Lut- her. Als Luther in 1521 gedaagd wordt voor de Rijksdag in Worms is er al een kerkelijke ban over hem uitgespro- ken. Volgens de akten van de Rijksdag beëindigde Luther zijn toespraak voor de Rijksdag met de woorden: “Als ik niet door getuigenissen van de Schrift of door heldere argumenten weer- sproken kan worden… ben ik aan de door mij aangehaalde woorden uit de Schrift gebonden. En zolang mijn ge- weten in Gods Woord gevangen is, kan en wil ik niets herroepen, omdat het onzeker is en de zaligheid be- dreigt om tegen het geweten in te gaan. Zo helpe mij God. Amen.” De of- ficiaal van het bisdom van Trier, Jo- hann von der Ecken, die de ondervra- ging van Luther in opdracht van de keizer leidde, deed nog een laatste po- ging om Luther op andere gedachten te brengen. Hij vroeg Luther of hij van mening was alleen gelijk te hebben tegenover de Consensus Ecclesiae, te- gen de algemene opvatting van de he- le Kerk. Luther antwoordde: “Ja, de concilies hebben in sommige opzich- ten gedwaald. Dat is duidelijk. Ik kan het bewijzen. Zo helpe mij God. Amen. Ik vermoed dat Luther op dit moment begreep dat hij gedwongen werd datgene dat hem zo vertrouwd was, achter zich te laten. Maar zijn ge- weten dwong hem daartoe. Nieuwe uitdaging Luthers Reformatie is ont- staan uit de worsteling met de Bijbel. Luther zocht naar betekenis van het Bijbelse getuigenis voor zijn tijd en vertaalde de Bijbel in de taal van de mensen van zijn tijd. Hoewel de tijden veranderd zijn, lijkt onze tijd in veel opzichten op de tijd van de Reformatie en wij staan voor dezelfde opgave als Luther: op zoek gaan naar Gods genade en daar handen en voeten aan geven in onze samenleving. Het is de op- dracht van theo- logen en pasto- res om de Bij- bel zo uit te leggen dat vertrouwen sterker is dan twijfel en aanvechting. Het gaat om vertrouwen in plaats van zien met eigen ogen. Het gaat om een andere wijze van kijken: niet navelstaren (Luther zegt: niet in zichzelf gekeerd zijn, non incurvatus in se ), maar tot bekering komen. Om die fundamentele verandering van ons denken en handelen (denk aan de 1 e stelling over de aflaat: “Wan- neer onze Heer en Meester Jezus Christus zegt: Doet boete (Mt. 4,17) enz., wil Hij dat het hele leven van de gelovigen boetedoening is”). Het gaat erom onszelf met kritische ogen te zien en te leren onszelf los te laten en prijs te geven. Wat men daarbij wint is de vrij- heid om anders met mensen en ver- houdingen om te gaan. Vrijheid bezit men niet. Vrijheid moet verwerkelijkt worden.We moeten leren vrij te zijn. Het is onze opgave om een vrije mens te zijn voor God en zo God ruimte te geven in ons leven. £ Dr. Dick Akerboom is katholiek theo- loog en Lutherkenner. Dit artikel is een verkorte weergave van een lezing gehouden op 20 april in Hofgeismar (Duitsland). De volledige (Duitstalige) tekst van de lezing vindt u in Perspec- tief 2017-37 op www.oecumene.nl Impulsen uit de Reformatie voor vandaag door Dick Akerboom s Dick Akerboom (Foto Dio van Maaren)

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=