Overeen 2017-38

Iconen, er is voor gevochten door Johan Meijer 4 • april 2017 Iconenstrijd Een speciale gebeurtenis heeft hierbij een grote rol gespeeld: namelijk de Iconenstrijd van de 8 e en 9 e eeuw, het Iconoclasme. Men heeft voor de ico- nen moeten vechten. In 726 werd het oostelijk Middel- landse Zeegebied getroffen door een zware aardbeving, met tsunami als gevolg. Veel schade, veel slachtoffers. Door velen werd deze ramp gezien als een teken van God. Het antwoord daarop kon alleen maar zijn een ver- nieuwingscampagne: men moest zich bekeren. Terug naar het zuivere ge- loof, zonder beelden, zonder iconen. “God kun je toch niet afbeelden? Want Hem heeft toch niemand gezien... “. “En was de opmars van de Islam die geen beelden kent, niet een teken van Gods welbehagen?” Op deze manier kreeg een stro- ming binnen de kerk in het Oosterse deel van het Byzantijnse rijk, die zich al langer tegen de iconen en icoon- verering keerde, wind in de zeilen. Er ontstond grote verwarring. De patri- arch van Constantinopel probeerde de zaak tot rust te brengen en zowel voor- als tegenstanders te laten zien, dat men niet moet overdrijven, naar twee kanten niet. Maar hij had geen succes, hij moest zelfs aftreden, en keizer Leo III drukte de vernieuwingsdrang door en eiste de vernietiging van de iconen. En zijn mening won het pleit. Aanvankelijk tenminste. Zijn opvol- ger, keizer Constantijn V riep in 754 een concilie van de bisschoppen bij- een tegen de aanbidding van iconen. Overal werden nu iconen vernield, fresco’s werden witgekalkt, en men- sen die beelden en iconen in bezit hadden, of ze met zorg en liefde ver- borgen hielden, werden vervolgd en sommigen zelfs ter dood gebracht. In ere hersteld In 787 was de politieke situatie echter gewijzigd. Bovendien had nu een vrouw, Irene, de keizerlijke macht, samen met haar zoon Constantijn VI. De bisschoppen kwamen weer bij elkaar, maar nu ten voordele van de iconen. Dit is het tweede Oecume- nische Concilie van Nicea (bij Constantinopel). Toch zou het nog duren tot 843 voordat eindelijk vere- ring van de iconen definitief in ere werd hersteld. Dit feit wordt nog steeds op elke eerste zondag van de Veertigdagentijd gevierd: het is de zondag van de triomf van de Orthodoxie . Want daar ging het om: De rechte leer had gezegevierd: “Als God en mens echt iets met elkaar van doen hebben, dan moet je het ook kunnen uitbeelden”. Dat is kort samengevat de leer van dat Concilie, en daar hadden Johannes van Damascus en Theodo- rus van Stoudion voor gestreden en over geschreven. Westers onbegrip Het westen kende natuurlijk ook zijn beelden en muurschilderingen. Ze lij- ken soms ook op iconen en zijn prachtig; maar het westen begreep de discussie en de strijd niet, in de acht- ste eeuw al niet. Waarover ging het conflict eigenlijk, vroeg men zich af. “Natuurlijk mag men kerken versie- ren…”, zo bepaalde een synode in Frankfurt. Zelfs het Vaticaans Con- cilie, dat toch in de vorige eeuw een belangrijke vernieuwing betekende, schrijft nogal zuinigjes hierover in 1963 in de Constitutie over de litur- gie: “Het gebruik om in de kerken hei- lige beeltenissen te plaatsen ter vere- ring door de gelovigen moet behouden blijven; wel moet het aantal beperkt blijven en de juiste verhouding in acht worden genomen, om te voorkomen, dat bij het christenvolk verwondering wordt gewekt of een minder juiste devotie in de hand wordt gewerkt” (hoofdstuk 7, nr. 125) Het byzantijnse Oosten kan na 787 echter niet meer zonder iconen: Zij zijn het bewijs, het teken van zijn Orthodoxie! Het teken dat men het evangelie goed begrepen had. Dat God en mens werkelijk iets met elkaar te maken hebben. Iconen horen dus in de kerkgemeenschap. En dan neemt men ze op in de litur- gie… In het kerkgebouw… De icono- stase krijgt dan zijn definitieve vorm… En het aantal wordt niet beperkt, want “in mensengezichten ziet God ons aan”. Oneindig vaak! £ Dr. Johan Meijer CSsR is theoloog, redemptorist en archimandriet in de Oekraïense Grieks-katholieke Kerk . Oosterse Kerken kunnen niet zonder iconen. Je hoeft maar een kerk binnen te lopen in Griekenland, in Rusland, in Bulgarije of Servië, en je wordt overweldigd door een kleurenpracht aan fresco’s en iconen. Deze rijkdom is in het oosten echter niet zo maar komen aanwaaien. Vanaf het begin van het christendom hebben Oost en West afbeeldingen gemaakt, net zoals men teksten schreef. Dat zijn uitin- gen die in elke cultuur ontstaan, evenals muziek… Toch is er in het byzantijnse Oosten iets aparts aan de hand geweest. De icoon heeft een eigen plaats gekregen, zo sterk dat je werkelijk zeggen kunt: Het Oosten kan niet zonder iconen

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=