Overeen 2013-30

De inspiratie van oriëntaalse spiritualiteit door Ds. Paul van der Waal 4 • april 2013 In Be- t Dra- sha- . Oosterse christe- lijk Leerhuis, een samenwerking tussen de Katholieke Vereniging voor Oecumene en de Protestantse Kerk in Den Bosch, komen oosterse christelijke auteurs aan het woord. B ijna allemaal uit het Midden- Oosten, de oostelijke Méditer- rannée of de grotere Oriënt. Met name de Syrische tradities zijn er een opuitputtelijke bron van verwonde- ring en begeestering, maar ook ande- re, zoals bijvoorbeeld de Ethiopische. Het leerhuis Be- t Dra- sha- kent inmid- dels zes jaargangen, en een zevende seizoen staat in de steigers. In grote verbondenheid met de Kerk van alle tijden en plaatsen lezen wij in oecu- menisch verband woord voor woord geloofsgeschriften uit de vroege eeu- wen van de (oriëntaalse) oosterse ker- ken. Met paardensprongen bewegen wij ons op het theologische schaak- bord. Een mer à boire aan orthodoxe teksten en theologische ontwikkelin- gen passeert de revue. In overeenkom- sten en verschillen, waarin telkens weer doorgangen en doorkijkjes als in een ouderwets spiegelpaleis. Het laat je niet los, voor je het weet ben je in de houdgreep geraakt. Een spannend ge- beuren waarin je voortdurend tegen een ander oploopt, en met jezelf en je geloof wordt geconfronteerd. Vreugde der ondoorgrondelijkheid Er mag toch langzamerhand wel iets blijven hangen? Ben ik dan een trage leerling, die weigert hardleers te wor- den? Ik probeer te begrijpen, terwijl ik besef dat het niet te begrijpen is. Ik wil het gewoon niet. Oriëntatie en distantie. Openbaring en tegelijkertijd verborgenheid. Dat bevalt me uitste- kend. Noem het een soort vreugde der ondoorgrondelijkheid ( gaudium incomprehensibilitatis ). Die vreugde wordt alleen maar groter wanneer we aan het eind van ons pro- gramma ergens in den lande een orthodoxe viering bezoeken. Een ‘totaalbeleving’ zoals dat heden ten dage heet – een geloofservaring klinkt beter. Dichtbij het geheim van de oerkerk, in rook, beeld, muziek, stilte en verwondering. De gesproken en gezongen woorden blijven abraca- dabra . Geen ethische component qua boodschap, iets in de trant van ver- maning tot ommekeer. Wel een esthe- tische dimensie in muzische genoe- gens; daarin troost en bemoediging. De Eeuwige openbaart zich ook niet slechts aan zijn letterknechten in het spoor van Mozes en Jezus, maar de levendmakende Geest wordt even krachtig uitgestort over het ambachtsvolk dat zich bezighoudt met de bouw en de liturgie van de Tent der Ontmoeting. Om de trits compleet te maken: de derde bijzon- dere wijze van openbaren is die van de degelijke huisvrouw (uit het boek der Spreuken), die volgens overleve- ring een mond vol liefdevolle onder- wijzing (Tora) kent. De dagdagelijkse vrouw die het huis runt, zeg de eco- nomie van de familie. Zij is de hoek- steen van de samenleving. Het zijn juist deze laatste twee uitstor- tingen die mij bij orthodoxe vierin- gen doen gloeien. Zo wordt een sei- zoen Be- t Dra- sha- compleet: woord, kunst en toewijding. Op mijn net- vlies: de zingende en trommel spelen- de moeder met haar dansende doch- ter in de Ethiopische viering (in Pernis onder de rook van de Botlek), ongelooflijk mooi en puur. Zij is Mirjam in levende lijve. Zo uit het Hooglied gedanst. Profetisch in haar verschijnen, zomaar een hartstochte- lijk moment in de orthodoxe liturgie. Ik leef op. Noem het ressourcement , herbronning. Anders gezegd: bijtan- ken aan levend water. Nieuw seizoen Nu bij de voorbe- reiding van een nieuw seizoen, waarin de ooster- se kerkvaders (plus een enkele westerse!) en de Bergrede centraal staan, loop ik drie benaderingswij- zen tegen het lijf. Via internet vind ik een preek over de bede ‘Zalig de zuiveren van hart’. Bijzonder hoe vanuit de traditie van de oeroude oosterse kerk door de eeuwen heen drie oecumenische wegen zijn te duiden. Een morele uit- leg zoekt de zuiverheid van bedoe- ling, de mystieke zienswijze zoekt God, terwijl de ascetische richting strijd levert met de hartstochten van een mensenkind. Wie van de drie spreekt mij aan? Augustinus, Grego- rius van Nyssa of Johannes Chryso- stomus...? We zullen najaar 2013 ook even onze oren te luisteren leggen.over de gren- zen van het oude christelijke oosten heen. Bijzondere stem in dit gesprek zal de roep van Menno Simons zijn, de geloofsvader van de Doopsgezin- den. (Een bonus, zullen we maar zeg- gen.) Klein maar fijn geloofsgenoot- schap, waarin de Bergrede een grote betekenis wordt toegedicht. Met hef- tige consequenties: geen overheids- dienst, geen krijgsdienst, een eigen geloofsbelijdenis schrijven. Op een bepaalde manier weer heel dichtbij het verhaal van de oergemeente, zoals ons in het bijbelboek Handel- ingen der Apostelen wordt geschetst. Een evangelische bypass . Afijn, ga d’r maar aan staan om zo met elkaar de Bergrede te gaan lezen, en dan niet vanuit een concurrentie- gedachte (welke weg is de beste), of in wedijver wie er het meest van begrijpt (welke modaliteit is puur?). Dan krijg je een beetje een balk en splinter-discussie. Nee, lees in aanvul- ling op elkaar, met elkaar, deze ver- diepings- (s)lagen, of beter gezegd: het is een regenboog aan kleuren die aan het Licht komt. £ s Dienst in de Ethiopische kerk in Pernis (foto: Leo van Leijsen)

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=