Jaarverslag 2019-2020

 Jaarverslag  ‒  Willibrord (KVO) met Geert als eerste secretaris. Als zo- danig heeft hij er samen met anderen voor gezorgd dat genoemde fusie waarvan de eerste contouren zich ook al in 1994 hadden afgetekend, alleen maar winnaars kende. En dat kan niet van elke fusie gezegd worden. Gezien zijn grote persoonlijke betrokkenheid op de kerken in Oost-Europa zal Geert ook een van de pleit- bezorgers van deze fusie zijn geweest. Metamorfose Geerts aantreden als secretaris van de SWV was tevens het afscheid van zijn voorganger als secretaris, de nu negentigjarige Teije Brattinga, die op die vierde novem- ber 1994 na een twaalfjarig dienstverband met pen- sioen ging. Dat afscheid vond plaats in de Grote Kerk van Den Bosch, waar Geert nu zijn jubileum vierde. Het interieur van dit - protestantse - kerkgebouw heeft in die vijfentwintig jaar een drastische metamorfose on- dergaan. De leden van de vereniging en de gasten uit de andere christelijke kerken en geloofsgemeenschap- pen zaten in 1994 rond de preekstoel met het gezicht gericht op het indrukwekkende orgel. Nu, in 2019 lie- ten diezelfde leden en gasten de preekstoel en het orgel als het ware links liggen en keken zij uit op een groot abstract ‘gatenkruis’ zonder corpus met daarvóór een lezenaar, een doopvont en de Paaskaars die de gehele dag bleef branden. Een mooie vorm van oecumene in liturgicis. Spanningsboog Brattinga’s ook vandaag nog zeer lezenswaardige af- scheidsrede droeg de enigszins provocerende titel ‘Kan het een toon lager? Over oecumene, kerk en samenle- ving’. Dat ik die rede hier nog eens in herinnering roep, heeft alles te maken met het feit, dat Geert in zijn te- rugblik op de afgelopen vijfentwintig jaar, een van de hoogtepunten van de jubileumviering, niet alleen naar die rede verwees, maar zich even later ook liet ontval- len: “Kan het niet een toon hoger?” Weloverwogen en precies als Geert als secretaris KVO opereert, zal dit geen ‘slip of the tongue’ zijn geweest. Maar wat bete- kent zo’n in vraagvorm gegoten oproep voor een ver- eniging, die zich eigenlijk al vanaf haar oprichting in 1948 in een bepaalde spanningsverhouding heeft be- wogen. Een spanningsverhouding die Geert ooit zelf heeft getypeerd als “de noodzakelijke spanning tussen wat de nog gescheiden Kerken leren en wat hun verte- genwoordigers in het oecumenisch proces van ont- moeting en dialoog ontdekken.” Geert had het in zijn terugblik ook over kardinaal Jo Willibrands, de ‘archi- tect’ van het katholiek oecumenisme, maar ook de eer- ste ‘uitvoerder’ van de ombouw van een gesloten, naar binnen gekeerde confessionele kerk naar een open,

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=