Jaarverslag 2012-2013

1 WOORD VAN DE VOORZITTER Er zijn niet zoveel dingen en mensen waar ik wakker van lig. Zoveel zelfkennis heb ik wel dat ik het goed begrijp als iemand andere keuzen maakt. Toch is er een terrein waarop ik dat maar moeilijk accepteer. Dat is het terrein van de oecumene. Ik kan er niet goed tegen als ik hoor: “De oecumene is een gepasseerd station” “Het doel is al bereikt” “Wie heeft het daar nog over?” “Het hoeft toch niet allemaal koekoek een zang te wor- den?”. “Rome werkt alles tegen” “We zijn al lang oecumenisch” “Waar maak je je toch druk over, de kerk heeft wel be- langrijker dingen te doen” Het zijn allemaal zinnen die gebruikt kunnen worden om niet in beweging te komen en te blijven zitten waar men zit. Het zijn gemeenplaatsen en dooddoeners van mensen die niet de moeite nemen om over oecumene na te denken. Ik neem ze dat niet kwalijk. Een mens kan zich nu eenmaal niet met alles bezig houden. Toch doen zulke opmerkingen me wat. Waarom? Omdat eenheid in mijn beleving niet zomaar iets is. Zijn verleden en zijn heden doen de mens immers beseffen dat hij incompleet is. Er ontbreekt wat. Dat ge- mis doet hem verlangen naar eenheid of heelheid. Een mens die eenheid niet als ideaal heeft is een gebrekkig mens. Zijn verleden en heden vragen om meer…om cor- rectie en aanvulling. Oecumene mag niet belanden in de sfeer van hobby en liefhebberij. Daarom kunnen we in Nederland trots zijn op het feit dat er een Katholieke Vereniging voor Oecu- mene is. Een vereniging die naast studie en overleg er al- les aan wil doen om de woorden katholiek en oecu- menisch aan el- kaar te binden. Dit jaarverslag wil daarvan getuigen. Als wij Jezus onze Heiland of Salva- tor noemen dan wil dat zeggen dat hij ons geneest en heel maakt.We- reldwijd. Dat laat een kerk die ver- deeld is niet zien. Met geduld en ver- trouwen gaan we die weg. Moge in de met de bisschop van Rome, paus Franciscus, verbonden katholieke ker- ken de Geest van oecumene steeds meer zichtbaar wor- den. Paulus schreef aan de kerk van Rome: “Als u die van nature een tak van de wilde olijfboom bent, tegen de na- tuur in op de edele olijfboom bent geënt, hoeveel eerder zullen dan zij die er van nature bij horen, op die boom worden geënt!” (Rom.11,24). Hij heeft het dan over het volk Israël.Wij zijn een tak van de wilde olijfboom. Over Israël en de Kerk schrijft hij: “De genade die God schenkt neemt Hij nooit terug, wanneer Hij iemand roept maakt Hij dat niet ongedaan” (Rom.11,29) Oecumene is daar- om een blijvende genade. God neemt die gave niet te- rug. Van die genade getuigt dit jaarverslag. Henk van Doorn, priester  Jaarverslag  ‒  Henk van Doorn, voorzitter.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=