Jaargang 63 Nummer 5

Van 16 tot 27 juni 2016, de periode rond Pinksteren volgens de orthodoxe kalender, had op Kreta het lang ver- wachte Panorthodoxe Concilie plaats, waarvan de voorbereidingen enke- le decennia of zelfs lan- ger hadden geduurd en dat daarom hooggespan- nen verwachtingen opriep. Het is een gebeurtenis die om ver- schillende redenen nogal wat gemengde reacties heeft losgeweekt. In deze bijdrage wordt ingegaan op de representativiteit van het Concilie alsook op een aantal thema’s dat (niet) aan de orde is geko- men. I n januari 2016, tijdens de voorbereidende bij- eenkomst te Chambésy, leek alles nog koek en ei: de leiders van alle orthodoxe autocefa- le kerken waren aanwezig of hadden vertegen- woordigers gestuurd, en een agenda voor het Concilie werd gezamenlijk vastgesteld. Om poli- tieke redenen (het toen heersende diplomatiek conflict tussenTurkije enRusland)werd bepaald dat het Concilie plaats zou vinden op Kreta en niet in Istanbul, de zetel van het Oecumenisch Patriarchaat. Panorthodox? In de maanden daarna trok echter een viertal patriarchen hun toezegging tot deelname in. Op 1 juni vroeg de Bulgaarse Kerk de verdaging van de Synode gedeeltelijk wegens praktische en kerkjuridische redenen, maar ook om tijd te maken de agenda inhoudelijk aan te passen: de angst dat het Concilie een te grote openheid naar andere Kerken zou verdedigen, wat geïnter- preteerd zou kunnen worden als een relativering van de opvatting dat de Orthodoxie de énige ware Kerk is. Antiochië volgde en verklaarde niet deel te kunnen deelnemen aan een concilie dat een symbool zou moeten zijn van orthodoxe eenheid, terwijl een conflict met het patriar- chaat van Jeruzalem (wie heeft de jurisdictie in Qatar?) niet was opgelost. Daarna volgden Servië dat twee dagen voor de Synode op zijn beslissing terugkwam en toch deelnam, Georgië en tot slot Rusland; de laatste twee kerken uit onvrede met enkele voorbereidende documen- ten, vooral over de verhouding met de niet- orthodoxe wereld. De vraag die zich hier natuur- lijk stelt is in hoeverre ‘politieke’ factoren niet een rol hebben gespeeld in wat sommige waar- nemers een sabotage noemen van het conciliair gebeuren: het numerieke overwicht van Mos- kou, de facto het machtigste en grootste patriar- chaat, en de spanning die dat oproept met Con- stantinopel, de kleinste kerk maar wél de primus inter pares . (‘eerste onder gelijken’). Ook specu- laties natuurlijk in hoeverre de weigering van de andere kerken (die je als satelliet-kerken van Moskou zou kunnen beschouwen) niet door Rusland geïnspireerd zijn. Het resultaat was dat het Concilie geopend werd Het Panorthodoxe Concilie 3 Orthodox Concilie, patriarch Bartholomeüs temidden van andere primaten van Orthodoxe Kerken (Foto: Wikipedia). Pokrof

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=