Perspectief 2020-47

2020-47 Synodaliteit: idee en realiteit in een protestantse kerk 39 directe samenhang met de verdere secularisatie van de samenleving. Dat drie kerken uit- eindelijk samengingen in één PKN, staat daar niet los van. Daarmee kwam het zwaartepunt van het kerkelijk leven weer sterker te liggen bij het gemeenteleven op plaatselijk niveau. Hoe functioneert de generale synode? In de loop van de jaren is de omvang van de gene- rale synode ingrijpend afgenomen: van meer dan 150 leden (twee per classis plus enkele anderen) in 2004 naar ongeveer 60 (vijf per classis plus enkele anderen) nu. Ook hier zien we dat de samenstelling van de generale synode nogal eenzijdig is: relatief veel wat ou- dere mannen, niet zelden gepensioneerd. Alleen onder de predikanten komen relatief wat meer jongeren naar voren. De generale synode heeft als een van haar taken het vaststellen van de kerkordelijke be- palingen. Daarin komt een bijzonder aspect van synodaliteit naar voren: als de generale synode de kerkorde wil wijzigen, dan gaat dat altijd in twee lezingen, twee opeenvolgende behandelingen met een half jaar tot een jaar tussenruimte. Na de eerste lezing kunnen alle kerkenraden en classicale vergaderingen hun mening geven over de gewijzigde tekst Daarna stelt de synode die, al dan niet aangepast, definitief vast. 5. Evaluatie De synodaliteit staat in de PKN in zoverre onder druk dat de behoefte van mensen om mee te beslissen over en medeverantwoordelijkheid te dragen voor het werk van de kerk op alle niveaus is afgenomen. Het is moeilijker geworden om mensen te vinden die zich hiervoor inzetten. Ik wijs nog kort op één tendens. Naast de synodaliteit is de ruimte voor een meer per- soonlijke uitoefening van het ambt, met name van dat van predikant, vergroot. Verschillende recente kerkordewijzigingen wijzen voorzichtig in de richting van een wat scherpere profilering van het predikantsambt. Te denken valt aan de toenemende flexibi- lisering, aan de grotere nadruk op de wenselijkheid van mobiliteit van predikanten, en de toegenomen professionalisering van het predikantschap, onder meer zichtbaar in de ver- plichte bij- en nascholing. Van belang is ook de versterking van de collegialiteit in het predikantencorps. Hierbij valt ook een nieuwe ambtelijke figuur op: de classispredikant.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=