Perspectief 2019-44

Perspectief 74 Tussen nationalisme en oecumenisch idealisme patriarchaat van Moskou, bij kunnen tellen, waartoe de meerderheid van Orthodoxe ge- lovigen in Oekraïne behoorde – onder de jurisdictie ofwel in afhankelijkheid van de Russische Orthodoxe Kerk. 2. Oekraïense Kerk- patriarchaat van Moskou Maar daar wilden zij volgens eigen betoog geen tomos , omdat zij zich al onafhankelijk voelden. Niet zonder reden: “Afhankelijkheid” is hierbij weliswaar formeel een verkeerde term, omdat in canoniek opzicht de Oekraïense Kerk- patriarchaat van Moskou al lang autonoom was en haar zaken overwegend zelf mocht regelen. Maar sinds de Maidan- revolutie, de befaamde “revolutie van waardigheid” en het begin van de oorlog met Rus- land was er naar buiten toe niet meer veel over van deze autonomie, omdat de kerk onder metropoliet Onufrij het nergens aandurfde om de Russische agressie te veroordelen, soli- dariteit met een aangevallen land en bevolking te betonen, en niet in staat bleek om de diepe kloof in Oekraïne te overbruggen. Veeleer was deze kerk zelf van binnen diep ver- deeld, en de voortdurende herhalingen van haar ’neutraliteit‘ konden het dilemma niet oplossen. Deze kerk werd in het openbaar – terecht of onrecht - in toenemende mate alleen nog als een Russische kerk en voorstander van Poetins ideologie van de ’Russische wereld‘ gezien. Alleen een minderheid van haar priesters en bisschoppen, die al eerder voor het ontstaan van een Oekraïense Kerk zonder banden met Moskou (maar dan alleen op te richten op een canonieke manier) hadden gevoteerd, juichte nu evenzeer de tomos toe. Voor menig- een onder hen was de beleving van oecumenische solidariteit tijdens de ’revolutie van waardigheid‘ op de Maidan een aanvullende impuls geweest om het voor een andere kerk op te nemen : een kerk van het volk, zonder controle van een externe macht, en met de nodige gevoeligheid voor de gewone gelovige en de samenleving, voor sociale belangen en voor een democratisch beleid. Deze minderheid had ook al aan de herenigingssynode mee gedaan, vertegenwoordigd door twee bisschoppen en een aantal priesters en theo- logen. Hun idealisme en dat van hun bondgenoten bij de andere kerken behoort, zoals men zou kunnen zeggen, nu tot de meest interessante maar ook meest kwetsbare ele- menten bij de gestalte van de nieuwe kerk. Vooral op hen gaan de zowel oecumenische

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=