Perspectief 2019-43

Perspectief 42 Oecumenische toenadering steeds meer een geestelijke zaak Dr. Klaas van der Zwaag De opdracht tot eenheid van de kerk is geen hobby van oecumeni- sche vrijgestelden, maar is diep geworteld in het gebed van Jezus dat zij “allen één zijn”. Al hebben decennia oecumenische gesprek- ken de eenheid van kerken niet dichterbij gebracht, toch is er de laatste jaren steeds meer een geestelijke verbondenheid gegroeid over de kerkmuren heen. De grote gemeenschappelijke problemen, waarmee zendelingen in geheel de wereld te maken hadden, dwongen de kerken op de zen- dingsvelden tot overleg en samenwerking. Allerlei interkerkelijke missionaire conferenties bleken achteraf belangrijke vingeroefeningen voor wereldwijde missionaire samenwerking en oecumene. Oecumenische conferenties zaten gewoon in de lucht. Er verschenen veel publicaties over de noodzaak van christelijke eenwording. Op de vergaderingen van de Evangelische Alliantie in de negentiende eeuw, bijeenkom- sten van orthodoxe christenen uit de gehele wereld, met name uit Europa, speelde het woord “oecumenisch” een belangrijke rol. De Alliantie beperkte zich tot het verenigen van individuele christenen in samenspreking en gebed. Zij trachtte het midden te houden tus- sen een minimale geloofseenheid en een maximale eenheid der kerken. De Evangelische Alliantie organiseerde vanaf 1854 veel nationale en internationale conferenties in het Wes- ten, die de directe voorlopers genoemd konden worden van de wereldzendingsconferentie in Edinburgh in 1910. Deze conferentie kan gezien worden als de bakermat van de protestantse wereldzending en oecumene in de twintigste eeuw. ‘Edinburgh’ heeft bewegingen in gang gezet die bijgedragen hebben tot genezing van scheidingen van kerken die lang van elkaar vervreemd waren. Deze conferentie inspireerde

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=