Perspectief 2018-41

2018 - 41 Dialoog tussen Rooms-katholieken en Oudkatholieken stuit op grenzen 53 Reag eer In het rapport komen de volgende thema’s aan de orde: - De open vragen met betrekking tot de ecclesiologie worden over twee onderwerpen verdeeld: de verhouding tussen plaatselijke en universele kerk én leergezag en onfeilbaarheid. - De open vragen met betrekking tot de mariale dogma’s van 1854 en 1950 - Specifieke Oudkatholieke opvattingen met betrekking tot de wijding van vrouwen tot de priesterlijke dienst en de innerlijke samenhang tussen Eucharistie en kerkelijke gemeenschap. De opbouw van het rapport vertoont een zekere onevenwichtigheid. De tekst over de ecclesiologische vragen is een gezamenlijke beschouwing van de commissie; in de tekst over de Mariale dogma’s van 1854 en 1950 worden rooms-katholieke en oudkatholieke opvattingen na elkaar geplaatst, er zit een dynamiek in de opeenvolgende stukken, maar de commissie is niet gekomen tot een gezamenlijke tekst over de Mariale dogma’s; in het derde en laatste gedeelte over de wijding van vrouwen en de relatie tussen eucharistische en kerkgemeenschap worden opvattingen van de Oudkatholieke Kerk verhelderd. Een commentaar van Rooms-katholieke zijde ontbreekt omdat men niets toe te voegen heeft aan hetgeen is opgemerkt in het eerste rapport (57-62 en 11-13). De Rooms-katholieke positie ten aanzien van de wijding van vrouwen wordt in IRAD I inderdaad beknopt beschreven, een reflectie op de relatie tussen eucharistische en kerkgemeenschap in de context van de oecumenische verhoudingen ontbreekt echter. 1. Ecclesiologische vragen Lokaal en universeel Een voor het herstel van de kerkgemeenschap belangrijke stelling vinden we in nr. 39 van IRAD I: ‘Als de paus niet uit de communio-structuur wordt losgemaakt, dan hoeft de op het Eerste Vaticaans Concilie geformuleerde leer over het primaat van de paus, zo blijkt uit deze overeenkomsten, in tegenstelling tot vroeger niet meer het gewicht te hebben van een meningsverschil dat oorzaak van scheiding is.’ Het tweede rapport probeert tot een nadere uitwerking te komen van de communio- structuur en de positie van paus en bisschoppen daarin. Daarbij gaat het zowel om de

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=