Perspectief 2018-40

Perspectief Ontmoetingsdag Oecumenisch Forum voor Katholiciteit 36 Mgr. Dr. Joris Vercammen tekenen die de leerlingen vergezellen’ (Markus 16, 20). Verkondiging van het evangelie gaat altijd hand in hand met de zorg voor de ontwikkeling van welzijn en welvaart. Dat maakt dat de missionaris, alhoewel tussen twee werelden levend, toch gezien wordt als ‘inheems’. Zijn en haar liefde voor het nieuwe land geven daartoe de aanleiding. Met Willibrord is het niet anders. Hij wordt gezien als ‘inheems Utrechts’ waarbij zijn En- gelse wortels er niet meer toe doen. Hij is dan ook voor sommigen vooral ‘bisschop van Utrecht’. Zo wordt hij ook door de Clerezie ingezet om duidelijk te maken dat de aartsbis- schoppen die tegen de wil van Rome verkozen werden, de wettige opvolgers van Willibrord zijn. In de Clerezie wilde men ook duidelijk maken dat Willibrord de echte Ne- derlandse kerk, de inheemse kerk dus, gesticht had. Overigens wordt hij in de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw op eenzelfde manier ingezet als een getuige tegen de protestanten: niet het protestantisme is de ware kerk, maar de kerk zoals Willibrord die gesticht is dat is dat ware Nederlandse kerk! 2. IJkpunt en spiegel voor het geloof van de Engelse kerk Willibrord is voor alles ook de exponent van het geloof van de Engelse kerk. Hij wordt door sommigen gezien wordt als ‘eindpunt’: het product van de volledig gekerstende En- gelsen die nu in staat zijn op hun beurt het evangelie aan anderen te verkondigen. Hij bleef trouwens verbonden met die Engelse kerk getuige de kalender van de Engelse hei- ligen die hij samenstelde. Voor de vele missionarissen en zendelingen die Nederland gehad heeft in de vorige eeuw was het niet anders: ook zij zijn de uitdrukking van een in zekere zin ‘volwassen kerk’ die haar geloof en wijsheid wilde delen met ‘jonge kerken’. Later gaat Willibrord dan ook als spiegel dienen voor de Engelse kerk als die zich herori- enteert. Zo confronteren onze missionarissen en zendelingen ons toch ook met de vraag hoe het met ons eigen geloof en met onze kerk gesteld is. Zij maken ons duidelijk dat het bij de missie niet om de westerse cultuur draait, maar om het evangelie en dat wij dus ook onze geloofsbeleving mogen bevragen op het culturele aspect. Wat is cultuur en wat is geloof? Dat is een cruciale vraag. Maar ook de openheid voor het geloof van de nieuwe kerken is even cruciaal. Missie en zending zijn relationele werkelijkheden waarbij de we- derkerigheid van centraal belang is.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=