Perspectief 2018-40

2018-40 Teksten oecumenisch symposium ‘De Brexit van Willibrord’ De Engelse wortels van Willibrord in de vroegmiddeleeuwse herinnering 21 Reag eer Ook Willibrord hoort daarbij. Niet alleen het etnische maar ook het geografische perspec- tief is Brits: de Noordzee ligt ‘oostelijk’, en Willibrords reis over de zee is een vertrek en geen komst. Tegen deze achtergrond kunnen we zien hoe het latere gedicht voor Beornrad op een heel andere manier met Willibrords Engelse wortels omspringt. Hier is het perspectief namelijk Europees: “Er kwam iemand uit het westen, het einde van de wereld, een krachtige man [...] naar u, gelukkige Francië, in de tijd van Pepijn, die reeds voor u voortgebracht was door de vruchtbare moeder Brittannië, en die Ierland onderwezen en met heilige studies gevoed had. Zijn naam was Willibrordus...” Willibrord gaat niet, maar komt. Brittannië is niet ‘hier’ maar ‘daar’ – aan ‘het einde van de wereld’. De Noordzee ligt niet in het oosten maar het westen. Bovendien wordt de lezer aangezet zich met Frankrijk te identificeren doordat Francia met ‘u’ wordt aangesproken. Willibrord wordt in dit gedicht ook in een veel complexer netwerk van landen en volkeren geplaatst. In het York gedicht heeft hij nog maar twee verbindingen: met ‘ons volk’ in Brittannië en met de Friezen overzee. Maar hier worden er zelfs binnen de eerste paar regels al andere verbanden zichtbaar: naast Brittannië ook Ierland en Frankrijk. Tegelijker- tijd blijft ook de verbintenis met Northumbrië specifiek in beeld, die Alcuinus helemaal op het eind van zijn gedicht uitgebreid behandelt in het kader van Willibrord’s familieachter- grond. In de prozaversie krijgt de Northumbrische achtergrond van Willibrord een nog promi- nentere plaats. De eerste regel luidt namelijk: “Er was op het eiland Brittannië in de provincie Northumbrië…” Willibrord wordt op deze manier vanaf de openingszin van de biografie binnen het kader van Britannië en Northumbrië geplaatst en geduid. Deze nadruk op Willibrord’s herkomst moet opzettelijk zijn geweest. De reden blijkt wan- neer we kijken naar het lezerspubliek en het tijdstip van het uitbrengen van de Willibrord- biografie. Alcuinus mocht zijn werk namelijk aan Beornrad hebben opgedragen, hij wist

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=