Perspectief 2018-39

2018-39 Ontmoetingsdag Oecumenisch Forum voor Katholiciteit 124 De katholieke Luther Prof. dr. Wolfgang Thönissen Na de vroegtijdige veroordeling van Maarten Luther door de Kerk gold hij niet langer als katholiek. In de ogen van de Kerk bleef Luther door de eeuwen heen een ketter en scheurmaker. Pas aan het einde van de 19 e eeuw begonnen katholieke theologen met een voorzich- tige toenadering tot de persoon Luther. Door zorgvuldige historische arbeid slaagden katholieke onderzoekers erin, zich te bevrijden van de gangbare eenzijdige benadering van de reformator en zijn werk. Deze nieuwe interesse voor de geschiedenis van de Reformatie legde de grondslag voor het katholieke Luther-onderzoek in de 20 e eeuw. Van invloed hierop waren Johann Adam Möhlers “Symbolik” (1832) en Ignaz Franz Döllin- gers “Die Reformation” (1846-48). Beide kerkhistorici maakten de weg vrij voor een objectieve uiteenzetting met de theologische argumenten van de Reformatoren, die het midden hield tussen polemiek en het zoeken naar overeenstemming. In de wereld van het Duitse Katholicisme leidde dit tot een bezinning op de “Geschiedenis van het Duitse volk sinds het einde van de Middeleeuwen”, zoals de titel luidt van het werk van de katholieke historicus Johannes Janssen. Het nieuwe Duitse rijk, dat na de onder- gang van het oude Duitse rijk in 1806 ontstond, was overheersend protestants georiënteerd. De katholieken probeerden door het oprichten van instituten voor historisch onderzoek en door grondige studie van de bronnen, de eenzijdig antiroomse geschied- schrijving te doorbreken en een ander beeld te geven van de tijd vóór en na de Reformatie. De katholieke Luther-studie van de 20 e eeuw is er vervolgens in geslaagd een belangrijke bijdrage te leveren aan de nieuwe visie op Luther binnen de katholieke Kerk.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=