Perspectief 2014-23

Perspectief 42 De priesteropleiding in de Lage Landen sedert het concilie van Trente Dr. Theo Clemens Inleiding Bij een colloquium over de betekenis van het Concilie van Trente past de behandeling van de opleiding van de clerus. Dit concilie zou immers die opleiding fors verbeterd hebben. In mijn bij- drage wil ik proberen om enerzijds grote lijnen te trekken en anderzijds het beeld dat zo ontstaat, concreet te maken aan de hand van enkele vergrootglasmomenten. Om dit voornemen uitvoerbaar te houden zal mijn bijdrage uitsluitend handelen over de seculiere clerus. Dat is al ingewikkeld genoeg. Uitgangspunt is de standaardvorming van priesters vóór en ten tijde van het Concilie van Trente, zoals die in de literatuur is be- schreven. Vervolgens roep ik in herinnering wat het Concilie precies besloten heeft inzake de opleiding van de clerus. De rest van de bijdrage gaat over de ontwikkelingen in de tijd na Trente hebben voorgedaan in de vorming van de clerus in de Lage Landen. Onder de tijd na Trente versta ik om praktische redenen de periode van het Ancien Regime en van de Lage Landen behandel ik vooral de Nederduitse delen van de kerkorganisatie van de Nederlanden zoals die in 1559 door paus en koning zijn vast- gelegd. Het vergrootglasmoment betreft de vorming zoals die geboden werd op het seminarie van het aartsbisdom Mechelen. Deze vorming is meer dan tachtig jaar geleden behandeld door J. Laenen (1871-1940), kerkhistoricus en archivaris van het aartsbisdom. 1 Zijn ge- schiedenis van het seminarie is nog steeds te gebruiken, maar ook voor aanvulling vatbaar. In deze bijdrage zal zowel de theologie (via handboeken), als ook de spirituele vorming 1 J. Laenen, Geschiedenis van het seminarie van Mechelen . Mechelen, 1930.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=