"Peregrinus sum" - Uitwisseling theologiestudenten tussen Hongarije en Nederland

magdanw 2De bundel die ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van Ferenc Postma uitgegeven is dankzij inspanning van zijn echtgenote Margriet Gosker, ademt een Europa dat aandacht waard is. Elke onderzoekende geest die interesse heeft voor en zich wil verdiepen in de historische achtergrond van het huidige Europa (vanaf het begin van de reformatie) kan zich laven aan dit boek.

“Peregrinus sum” is de titel van het boek. Peregrinatio is de aanduiding van de reizen die Midden-Europese studenten vanaf de tijd van de reformatie in Europa maakten om te studeren aan vermaarde universiteiten.

Ferenc Postma heeft een groot deel van zijn leven, vanaf 1984, gewijd aan het bestuderen van de contacten die er waren tussen Hongaarse studenten en Nederlandse universiteiten. Zijn Fries/Hongaarse afkomst maakt hem tot een uitstekende verbindingsfiguur, hij is een ware peregrinus!

Hongaarse studenten naar HollandPostma

Aan het begin van de Reformatie studeerden Hongaren in Heidelberg, maar na de verwoesting van die stad en de universiteit in de dertigjarige oorlog kwamen de studenten naar Utrecht, Franeker, Deventer, Groningen en Leiden. De studenten zochten hun heil in het buitenland omdat het katholieke Habsburg lange tijd geen toestemming gaf voor protestante universiteiten. Het was een tijd van conflict en het aanscherpen van tegenstellingen. Oecumene was nog lang niet in zicht.

Protestant worden drukte vaak niet alleen een geloofsovertuiging uit, maar ook verzet tegen het samengaan van macht en de Rooms katholieke kerk. Het wortel schieten van de reformatie en het verdiepen en uitwisselen van kennis en inzichten op het gebied van prediking, onderwijs, liturgie, kerkrecht, Bijbelstudie, was vanaf het begin een grensoverschrijdende zaak.

Mecenassen betaalden de reizen van armlastige studenten en na een paar jaar keerden ze naar huis terug met nieuwe kennis, opvattingen en boeken. Aangezien hun talenkennis meestal groter was dan die van de studenten in Nederland - in Hongarije spraken ze latijn , Duits en Hongaars vlot - waren ze in staat te vertalen uit het latijn, het Duits, het Frans en Engels. Ze vertaalden om de literatuur in het Hongaars ter beschikking te stellen, de reformatie legde immers veel nadruk op communicatie in de moedertaal. Ze verdienden zo wat bij en ze lieten aan degenen die geld gegeven hadden zien dat ze niet stil gezeten hadden.

Het boek beschrijft allerlei deelaspecten van deze reizen. Wie waar welke boeken las, uit welke grondtalen ze vertaald werden, wat deze reizende studenten in hun boekenkast en dus ter inzage hadden, hoe ideeën hun weg vonden van Nederland naar Hongarije en hoe ze daar het (kerkelijk) leven beïnvloedden. Welke bijbels waar gedrukt werden, hoe en waarom de Hongaarse taal als een soort esperantotaal gebruikt zou kunnen worden, wie waar, hoe lang bij welke professor studeerde.

De omgekeerde weg

Ik ben ook een peregrinus. Ik maakte deel uit van een kortstondige draai in de richting van de theologiestudenten die elders studeerden. Tot 1914 studeerden Hongaarse studenten uit Transsylvanië theologie in landen van West Europa. Toen Transsylvanië deel werd van Roemenië werd uitreizen om te studeren door de Roemeense regering niet graag toegestaan. Het lukte de Hongaarse professor algemene kerkgeschiedenis Dr. Juhasz Istvan in 1967 tijdens een bezoek van de Wereldraad van Kerken contact op te nemen met mensen uit Nederland. Als geen ander was hij doordrongen van de noodzaak tot uitwisseling, gesprek en contact met frisse ideeën om kerk en theologie levend te doen blijven. De historische banden kende hij, hij bouwde er als het ware op voort. In de conferentie die begin december 2015 in Kolozsvar werd gehouden ter gelegenheid van zijn geboorte 100 jaar geleden, werd duidelijk hoe hij de spil van de peregrinatio was die duurde van 1968 tot 1987. Hij overleed in 1984. Met name Hebe Kohlbrugge en professor Hannes de Graaf maakten het mogelijk dat Nederlandse studenten in Kolozsvar (Cluj-Napoca, Klausenburg) gingen studeren. Er studeerden 22 Nederlandse studenten aan de faculteit in Kolozsvar waar ze leerden over de situatie, boeken brachten, informeerden en geïnformeerd werden. Terug in Nederland maakten ze de situatie daar bekend.

Boeiende uitwisseling

Sinds 1990 komen de Hongaarse studenten weer naar Nederland om hier te studeren. Nederlandse studenten gaan daar op een enkeling na niet naar toe voor de hele opleiding, wel wordt er incidenteel lesgegeven in specifieke onderwerpen in de vorm van cursussen en studieweken. Ferenc Postma doet dat ook, zoals op te maken valt uit de inleiding en de indrukwekkende bibliografie aan het einde van het boek.

Hij raakte in Kolozsvar bevriend met Professor Dr. Gereb Zsolt, die in het boek schrijft over het gebruik van citaten uit de Hebreeuwse bijbel en het Nieuwe testament door Calvijn. Gereb Zsolt was een peregrinus die in 1969 korte tijd in Utrecht studeerde, in de periode waarin het contact tussen Utrecht en Kolozsvar zich voorzichtig ontvouwde, of, beter gezegd, herstelde.

Herman Janos, een Transsylvaans Hongaars theoloog – we waren studiegenoten in Kolozsvar – schrijft over de contacten tussen Hongarije en Groen van Prinsterer. Ik had een deja vu ervaring toen ik las over het gebrek aan bijbels, studiegeld, voedsel bij de protestante Hongaren in het midden van de negentiende eeuw, en hoe er vanuit Nederland hulp geboden werd (onder andere door het Groen van Prinsterer fonds). De geschiedenis herhaalde zich dus in de twintigste eeuw, dit keer was het communistisch regiem de factor die de benauwende druk en schaarste veroorzaakte.

Hongaarse studenten die na hun verblijf in Nederland terugkeerden beïnvloedden op hun beurt kerk en samenleving. Meestal waren ze geschoold in theologie, soms ook in rechten, economie en natuurwetenschappen. De een werd burgemeester, de ander rechter of grondlegger van een indrukwekkende bibliotheek. De bibliotheek in Marosvasarhely waar Ferenc Postma geregeld komt is een van de schatten die niet verloren is gegaan door brand of plundering. Het is heerlijk om daar te onderzoeken, te studeren, oude manuscripten in handen te hebben.

Het boek bevat leerzame en waardevolle artikelen over de Hongaars- Nederlandse contacten door de eeuwen heen. Het besef van eenheid in de geest, van deze specifieke onderstroom in de vorming van Europa kan door lezing van het boek toenemen.

Peregrinus sum - Studies in History of Hungarian - Dutch Cultural Relations in Honour of Ferenc Postma on the Occasion of his 70th Birthday, Budapest - Amsterdam 2015, 292 pp., ISBN 978-90-823852-0-5

Dr. Magda van der Ende promoveerde in 1984 op een (Hongaarse) dissertatie over Imre Lajos, Hongaars pedagoog en professor praktische theologie in Cluj. Samen met Abel Hertzberger richtte ze in 1989 het centrum de Expeditie in Amersfoort op.